Bergen, buffels en beauties

3 november 2019 - tt. Bắc Hà, Vietnam

We wilden markten en markten hebben we gekregen. Een zaterdagmarkt en een zondagmarkt, zo simpel kan het zijn. Gisteren was de zaterdagmarkt van Si Ma Cai onderdeel van onze dagexcursie geregeld door de baas van het hotel. Om half  acht met de auto en een gids op pad, een tochtje van 45 minuten, omhoog de bergen in. Helaas ook de wolken en de druilregen in. Maar eenmaal op de markt aangekomen werd al snel duidelijk dat het weer er niet toe deed. Ja, we werden nat en onze schoenen en broekspijpen zaten al snel onder de modder, maar dat deed niet ter zake. De markt was een groot feest van geur en kleur en geluid. Een sectie met voedsel, een sectie met kleding en een grote modderhelling met vee, en dan vooral waterbuffels. Een beetje buffel doet 1600 euro. In een verborgen hoekje van de markt, tussen de bomen, werd gehandeld in zangvogels. De besten kostten 40 euro. Er werd zeer kritisch gekeken en vooral geluisterd. Veel eigenaren hadden hun eigen vogel in een kooitje bij zich, of een opname op hun mobieltje, om de zangkunsten te vergelijken. 

Vanaf de markt reden we naar een ander gehucht waar we met de gids afgezet werden om daarvandaan terug naar Bac Ha te lopen. In eerste instantie zagen we niet veel door de bewolking, maar gaandeweg klaarde het op en werd het uitzicht steeds mooier. Hellingen met terrassen en boerderijen. Agricultureel was het niet de meest fotogenieke tijd. Er is hier maar 1 rijstoogst per jaar (rond Saigon tot wel 3) en die was al geweest, dus er stonden enkel nog stoppels op de velden. Maar evenzogoed nog een mooi gezicht. Op een boerderij konden we de meegebrachte luns eten, met uitzicht op een vallei in het zonnetje. Allemaal heel pittoresk. Om twee uur waren we weer terug bij het hotel. 

's Avonds bleek de locale bevolking alvast op te warmen voor de zondagmarkt met een feest op het centrale plein. Op een podium werd gedanst op keiharde muziek van vooral Boney M. Wie had dat gedacht. Het was enorm gezellig. Voor het eerst deze reis moest ik met Jan en alleman en - vrouw op de foto. Degenen die dat niet durfen te vragen deden dat met een heimelijke selfie, die uiteraard alles behalve onopvallend was. Tijdens een biertje op een terrasje was ik even bang dat mijn avondmaal (eend die eerst zeker geen eend was en vervangen werd door iets met in ieder geval de juiste saus maar misschien toch wel gewoon kip op zelfs varken was)  verkeerd viel, maar dat bleek gelukkig vals alarm. 

Vanochtend vroeg op en voor het ontbijt al een rondje over de markt gedaan. Die was nog op gang aan het komen. Bij een zeer doortastende dame koffie gedronken met passievruchten-gemengd-met-gecondenseerde-melk en een mengsel van pinda's en gedroogd onbestemd fruit. Heel charmant en te dur uiteraard, maar met onbetaalbaar uitzicht. De vroegste bezoekers zijn uiteraard de echte kopers, op zoek naar een nieuw mes, een spuuglelijke maar o zo degelijke plastic rugbak, ter vervanging van de veel mooiere maar waarschijnlijk zelfs duurdere rieten variant hiervan, de beste koopjes tussen de groenten, de beste stukjes van de halve varkens die achterop brommers werden aangevoerd, een leuk hondje als huisdier, een mooie orchidee voor op het balkon, plastic speelgoed voor de kleinkinderen, maar vooral toch de nieuwste verrijkingen van hun toch al oogverblindende garderobe. De Hmong vrouwen staan al tijden bekend om hun kleurrijke kleding, opgebouwd uit vele lagen geverfde stoffen l met kleurrijk borduurwerk. De laatste jaren worden de traditionele stoffen steeds meer vervangen door synthetische varianten. Aan de vormen en patronen verandert niet zo veel maar de kleuren worden ook steeds kunstmatige. Fluoriserend geel en groen en plastic kralen voeren nu de boventoon. Eerlijk gezegd vind ik het wel mooi. Niet in esthetische zin, maar dat de tradities moderne middelen wel worden voortgezet. Toch leuker dan iedereen in een spijkerbroek en trainingsjack. Wat de mannen en jongens overigens wel allemaal dragen. De traditionele zwarte kleding van de Hmong mannen was nergens meer te bekennen. De ouderwetse kleding, de man van het hotel, werd her en der nog aan toeries verkocht, de plaatselijke bevolking gaat massaal voor het nieuwe, goedkopere spul. Een handgemaakte outfit kost enkele miljoenen (er zit vele uren borduurwerk in) met het nieuwe spul ben je voor een paar ton klaar en de beauty van het dorp. Ik heb van beide varianten een schortje gekocht. Het contrast kan niet groter en is in mijn ogen erg leuk. 

Morgen verplaatsen we ons naar Sapa, het echte toerie bolwerk van de regio. Ik neem daar aan het eind van de middag een busje terug naar Hanoi, Rixt heeft nog een kleine week extra te besteden. Voor mij blijven er nog twee dagen over.... 

1 Reactie

  1. Henny:
    3 november 2019
    Zo mag ik het graag lezen....