Rweteera - Kibale National Park

6 maart 2020 - Kabarole, Oeganda

Vandaag was de dag waar ik lang naar uitgekeken heb, en gisteren was de dag waarvan je ook wist dattie een keer langs zou komen, omdat het iedere reis gebeurt. Bij wijze van mini klif zal ik met dat laatste beginnen. Ik ben er niet trots op, maar het onvermijdelijke moment kwam dat ik mijn geduld verloor. Tot nu toe heb ik alles kunnen verdragen, qua lokale eigenaardigheden, maar gisterochtend bij de taxistandplaats werd het me toch iets te gortig. Ik moest dus vervoer naar Rweteera hebben, slechts 20 kilometer ten zuiden van Fort Portal, dus hoe moeilijk kan het zijn... Er werd me meteen een auto aangewezen die klaar stond, met al een paar passagiers erin. Ik werd op de achterste bank gepropt, wat ik voor een ritje van hooguit een kwartier prima vond. Maar vervolgens werd er nog twee uur lang gesjacherd met mensen erin, er weer uit, op andere plekken, enz enz. Vaak leek de boel toch echt vok, maar er werden geen aanstalten gemaakt. Ik werd er gek van. Na twee uur vroeg ik dus, enigszins bozig ben ik bang, waar we nog op wachtten? Er moest nog 1 plek verkocht worden. Die heb ik toen maar betaald, en ineens kwam alles in beweging. Ook mensen die al die tijd lijdzaam hadden zitten wachten roerden zich nu. En uiteindelijk reden we dan toch echt. Eerst naar het benzinestation natuurlijk, waarna er toch nog iemand bij gepropt werd, maar dat interesseerde me niet meer. Ik zat bedolven onder een berg dozen, maar na een kwartier kon ik er inderdaad al uit, in een schitterende omgeving, tussen de kratermeren en theeplantages. Het geboekte safarikamp bleek het parafijs op aarde, dus alle ergernis was weer weg. Ik kon meteen lunzen, een schoonheidsslaapje doen en een namiddagwandeling tussen de thee doen. Slechts twee andere gasten in het kampement, dus het zou stil geweest zijn, ware het niet dat de natuur een enorme klereherrie produceerde. 

En dan vandaag dus, monkey business! Om 5 uur op, een ontbijtje, met een bodaboda in het pikkedonker door het bos naar de entree van het nationale park. Als daar iets overgestoken was hadden we er bovenopgezeten, want de koplamp reikte niet heel ver... Bij het kantoor stonden al twee toeries klaar, maar verder was het uitgestorven. Hier bleek de eerste verwarring al over de zogenaamde habituation experience. Deze twee toeries gingen uit van aanwezig zijn bij het ontwaken en dan een paar uur blijven, ik dacht dat het van opstaan tot slapen gaan zou zijn. Het bleek geen van beide. De apen waren al op, wij gingen ze zoeken en mochten er dan 4 uur bij blijven. We waren uiteindelijk met 4 toeries en 2 gidsen (waarvan een met een ak-47). Na nog maar een half uur lopen, op min of meer een bospad, kwamen we bij nog een gids en een druk schrijvende biologe, onder een boom. En daarin zaten dus 6 chimps van de kolonie die we zochten. Helaas moeilijk te zien, wegens recht boven ons hoofd en met tegenlicht. Net toen ik een stijve nek kreeg en begon te vrezen dat we hier onze vier uur zouden doorbrengen, daalden de apen af uit de boom en sprongen biologe en gidsen overeind : erachteraan! Ons groepje volgde een mannetje door de steeds dichtere begroeiing, wat absoluut niet meeviel. Het tempo was hoog. Zo nu en dan bleef de aap even zitten, om vervolgens weer verder te kuieren. Hij klom weer in een boom, wij eronder weer een beetje op adem gekomen. Maar niet voor lang, want voort ging het weer. Dat ging zo een uur of twee door, het leek wel een boot camp in de jungle. Binnen no time was iedereen doorweekt van het zweet. Er kwam geen eind aan, soms tot aan de knieën in de modder, in wat doodleuk pootafdrukken van olifanten bleken te zijn. Het leek wel of die apen het erom deden om ons eens lekker te drillen. Inmiddels volgden we er twee, die elkaar eerst even gezellig een tijdje hadden zitten vlooien. De grootste grap vond ik eigenlijk nog dat ik het allemaal gewoon volhield en zeker niet de teaagste was. Ik vrees dat biologen elders in het bos wellicht een nieuwe diersoort dachten te ontdekken, maar dat was dan mijn gehijg en gesnuif. 

Op een of andere manier constateerden de gidsen dat het huidige apenduo voorlopig in de boom bleef, dus er was via de walkie-talkie contact met het andere team. Na wederom een inspannende tocht (ik vind eigenlijk dat ik hiermee alsnog mijn dienstplicht vervuld heb) vonden we de anderen weer, bij twee mannetjes in twee bomen. Met zo nu en dan een hoop geloei en gekrijs, dus er waren er meer, maar die kregen we niet te zien. Maar de beloning voor alle inspanningen was enorm. Een van deze  twee mannetjes zat net boven ooghoogte en liet zich uitgebreid bekijken. Hij had zelfs wel wat arrogante sterallures. Een uyr lang hebben we zo naar elkaar zitten kijken. Hij krabbend, wij zwetend, fotograferend en van oor tot oor grijnzend van geluk. Hiervandaan was het nog een uur stevig doorstappen naar de weg. Ik moest bij het kantoor nog bijna een uur op mijn boda wachten, maar dat gaf me de tijd om de meegebrachte luns op te eten, onder het toeziend oog van een baviaan. Ook gezellig. 

Het kamp was bij thuiskomst geheel vetlaten. Ik ben nu de enige gast. Terwijl de vissers op het meer concurrentie in de lucht hebben van pelikanen en een visarend en de kleine aapjes in de tuin aan het keten zijn hoef ik alleen maar op het avondmaal te wachten. Het valt ook allemaal niet mee hier! 

4 Reacties

  1. Henny:
    6 maart 2020
    Zo werkt dat in Afrika, je moet geduld hebben. En de dieren zijn de baas !
  2. Willemijn:
    6 maart 2020
    Tjongejonge, die Apenheul is dus nog zo’n slechte uitvinding niet !😂
  3. Joke en Hans Keukelaar.:
    6 maart 2020
    Hans en Joke:
    Wat jij beschrijft hebben wij net zo meegemaakt ; geduld is een schone zaak;maar ook wij waren vaak
    pissig door het belachelijk lang moeten wachten in en bij de "taxi". Verder ...goede reis.
  4. Hanny:
    8 maart 2020
    Lieve Jaz, wat een geweldige verslagen ! goeie actie bij die "taxi" - niemand heeft haast in Afrika maar willen wat verdienen en zo gaat dat. Ik "reis" met je mee en volg je als een schaduw !